Vanaf de jaren 60 zetten Nederlandse vrijwilligers zich in voor verbetering van de woon- en werkomstandigheden van de gastarbeiders. Later kwamen er gesubsidieerde steunfuncties. 

Werkgroep DAR

Op 2 januari 1967 verscheen in Het Parool een artikel over ‘De Marokkanen’. Het was een ingezonden brief van de jongerenwerkgroep DAR (een verkorting van Dar es Salam, Huis van Vrede in het Arabisch) , waarin werd benadrukt dat Marokkaanse gastarbeiders tot de meest eenzame buitenlandse arbeiders in Nederland behoren. De werkgroep wil deze mannen gastvrijheid bieden. De werkgroep organiseerde voor hen bijeenkomsten op de Oudezijds Voorburgwal 290 en nodigt de lezers uit te komen tegen een vergoeding. 

 

Oprichter van DAR (Arabisch voor ‘huis’) is de dan 30-jarige jeugd-dominee Anton Donkers. In juni 1968 wordt hij geportretteerd in het NRC waarin het stelt dat de buitenlandse gastarbeider in Nederland een ongunstig imago heeft door vooroordelen van Nederlanders. Volgens Dronkers lieten cijfers zien dat gastarbeiders minder vaak crimineel waren dan Nederlanders.

Hij vond dat de opvang en begeleiding van gastarbeiders beter moest. De Amsterdamse Stichting Buitenlandse Gastarbeiders, waar hij lid van was, hielp niet alleen met huisvesting, maar ook met huwelijks- en belastingproblemen. DAR zorgde ervoor dat Nederlanders en buitenlanders elkaar ontmoetten om wederzijds begrip te bevorderen.

Dronkers vertelde over de slechte omstandigheden in pensions waar gastarbeiders verbleven, vaak met tien mensen op één kamer en veel afval. Hij pleitte voor gezamenlijke inspanningen van zowel het land van herkomst als Nederland om opleidingen voor gastarbeiders te financieren. Dit zou helpen bij de ontwikkeling van hun thuislanden. Hij vond dat vakbonden hier ook een rol in moesten spelen, hoewel hij twijfelde of zij dit aan hun leden konden verkopen.

Aktiekomitee Pro Gastarbeiders (AKPG)

De lerares en tolk/vertaalster Spaans Nelly Soetens richtte in 1969 in Rotterdam het Aktiekomitee Pro Gastarbeiders (AKPG) op. Het AKPG bracht in 1970 de slechte leefomstandigheden in pensions onder de aandacht en eiste verbeteringen van zowel huisbazen als de gemeente. Naast deze acties bood het AKPG als eerste Nederlandse taallessen aan voor buitenlandse arbeiders. Het drukbezochte spreekuur van het AKPG was een plek waar gastarbeiders terechtkonden met hun problemen. Nelly Soetens legde in publicaties al vroeg de vinger op problemen die pas later op grote schaal werden erkend, zoals gedwongen huwelijken en loverboy-praktijken.

Het Buitenlandse Arbeiders Kollektief (BAK)

In de jaren ’70 ontstonden naast DAR diverse onafhankelijke werkgroepen en steuncomités die zich inzetten voor de rechten van (illegale) buitenlandse arbeiders. Deze groepen boden praktische hulp en organiseerden Nederlandse taallessen en voorlichtingsbijeenkomsten over de samenleving. Daarnaast voerden zij actie tegen het beleid van de overheid en de invloed van de Amicales, en pleitten zij voor betere huisvesting voor buitenlandse arbeiders. Een voorbeeld van zo’n steuncomité was het Buitenlandse Arbeiders Kollektief (BAK) in Amsterdam.

Het BAK speelde een belangrijke rol in de ondersteuning van Marokkaanse gastarbeiders in Amsterdam. Een van de drijvende krachten was Ineke van der Valk, die vanuit haar achtergrond in de Derde Wereldbeweging en haar studie aan de sociale academie betrokken raakte bij het BAK. Haar werk begon tijdens een stage bij de Hervormde Jeugdraad, waarna zij zich volledig inzette voor de positie van buitenlandse arbeiders.

In de Amsterdamse Jordaan richtte Ineke samen met anderen het BAK-Jordaan op, een buurtgroep die spreekuren, taallessen en acties organiseerde voor Marokkaanse gastarbeiders. Het BAK vestigde de aandacht op de slechte omstandigheden in pensions waar veel gastarbeiders woonden door middel van pamfletten en buurtcampagnes. In de zomer van 1975, toen er volop discussie was over de regularisatie van illegale arbeiders, startte het BAK samen met Marokkaanse leiders het Illegalencomité. Dit comité organiseerde onder meer demonstraties bij de vreemdelingenpolitie aan de Bloemgracht.

Het BAK onderhield tevens contacten met de Association des Marocains en France (AMF), een organisatie in Frankrijk die opkwam voor Marokkaanse arbeiders en zich verzette tegen onderdrukking in Marokko. Geïnspireerd door de AMF en verontrust door de oprichting van de Amicales in Nederland, zocht het BAK steun in Parijs. Abdou Menebhi, die toen in Parijs woonde, bood deze steun en hielp in 1975 met de oprichting van het Komitee Marokkaanse Arbeiders in Nederland (KMAN) toen hij naar Amsterdam verhuisde. Menebhi was in september 1975 een van de oprichters van KMAN en speelde een centrale rol in de beweging.

De Stichtingen Bijstand Buitenlandse Werknemers (SBBW’s)

De SBBW’s waren door de overheid gefinancierde welzijnsorganisaties die migranten ondersteunden met hulpverlening en het organiseren van activiteiten. Hun werk richtte zich vaak op het behoud van culturele identiteit en de banden met het land van herkomst. Het netwerk van 18 regionale stichtingen groeide in de loop der jaren uit tot een landelijk dekkend systeem. In 1974 werd hun landelijke koepel omgedoopt tot het Nederlands Centrum Buitenlanders (NCB), onder leiding van directeur Mohamed Rabbae.

Amsterdams Centrum Buitenlanders

Later werden deze regionale stichtingen omgevormd tot Regionale Centra Buitenlanders. In Amsterdam was dit vanaf 1981 het Amsterdams Centrum Buitenlanders (ACB). Het ACB was een lokale steunfunctie, een tweedelijnsxnstelling. De organisatie bood ondersteuning aan lokale overheden en instellingen bij het ontwikkelen van diversiteitsbeleid, het opzetten van projecten en het ondersteunen van migrantenorganisaties.
Het ACB ondersteunde zelf ook migrantenorganisaties. Daarnaast werden in de jaren ’80 en ’90 via het ACB erkend gewetensbezwaarden ingezet bij Amsterdamse migrantenorganisaties, waaronder het Komitee Marokkaanse Arbeiders in Nederland (KMAN).

In de jaren ’90 beleefde het ACB onder directeur GerritJan Harbers zijn hoogtepunt, met grote betrokkenheid bij initiatieven als de oprichting van een Bijzondere Leerstoel Islam aan de Universiteit van Amsterdam. Het ACB was nauw betrokken bij de ontwikkeling van de plannen voor de Westermoskee, maar speelde ook een rol bij de mislukking hiervan.

Ook stond het ACB aan de wieg van onder andere jongerencentrum Argan, was het nauw betrokken bij de eerste demonstratie van Nederland Bekent Kleur en bij verschillende initiatieven op het terrein van de emancipatie van homoseksuelen (waaronder de opvang Veilige Haven), de migrantenwerkwinkel, grootschalige arbeidsmarkten (Kleurrijk Vakwerk) in de Rai en onderzoek naar de positie van Chinezen in Nederland. Ook steunde het ACB de oprichting van het Allochtonenweblog (voorganger van Republiek Allochtonië) en ontwikkelde het diverse projecten die gericht waren op het voorkomen van huiselijk geweld en (vooral) islamitische radicalisering, waaronder het project Voorkomen is Beter dan Genezen met 18 Marokkaanse moskeeorganisaties.

In de 21e eeuw ging het ACB verder als ACB Kenniscentrum. In 2012 kwam er een einde aan het ACB.


De teksten op deze pagina zijn geschreven door Ewoud Butter.

Heeft u vragen, correcties of aanvullingen?
Geef ze aan hem door.
Deze pagina wordt binnenkort verder aangevuld….